Een tijdje terug zat ik heel ongelukkig in een training.

Het was de bedoeling dat ik de Autoresponder die ik had aangeschaft leerde gebruiken, maar ik snapte er geen bal van. Om mij heen was iedereen lekker aan het werk, maar ik liep volledig vast. De trainer om hulp vragen is niet mijn eerste reflex, maar nu moest ik wel. Zijn uitleg duurde 1 minuut en vanaf dat moment was ik weer volledig aangehaakt en kon ik eindelijk ook aan de slag. Zijn uitleg luidde als volgt: ‘Het is met dit systeem alsof je iets gaat bouwen van lego-blokjes. Alleen… je moet eerst de blokjes zelf creëren, bijvoorbeeld door iets aan te maken of te schrijven. Dat is het meeste werk. Als je dat eenmaal hebt gedaan kun je met die blokjes iets moois gaan bouwen…’

Oké ik geef toe: als het aankomt op ICT-toepassingen dan ben ik niet de snelste leerling. Maar waar het hier om gaat is dat deze trainer met één simpele metafoor mij precies de informatie gaf die ik nodig had om het gebruik van dit systeem te snappen. Door deze en andere ervaringen én door een train-de-trainer in breindidactiek ben ik een groot voorstander geworden van ‘visueel trainen’.

Visueel trainen = praten met beelden

Visueel trainen betekent dat je – naast tekst – ook veel beeld gebruikt. De reden hiervoor is simpel: één beeld zegt meer dan duizend woorden. In ons brein zie je deze voorkeur voor beeld ook terug: ons visuele zintuig neemt net zo veel breincapaciteit in als alle andere zintuigen bij elkaar! En ook uit onderzoek blijkt dat juist de combi van woord en beeld heel krachtig is.

Eerder schreef ik al over het gevaar van te veel zenden als trainer. Toch ontkom je niet aan enige kennis-overdracht. De kunst is dan ook om dit kort en impactvol te doen. Daarom is min tip: als je zendt, haal er dan het maximale uit door het visuele zintuig van je trainees aan te spreken. Gelukkig kan dat op talloze manieren, bijvoorbeeld met:

  • Eenvoudige tekeningen
  • Een filmfragment
  • Een live demo
  • Theatrale expressie, zoals kort een situatie of typetje neerzetten
  • Beeldend taalgebruik

Hieronder neem ik er enkele met je door die ik zelf vaak inzet.

Uitleg met simpele tekeningen

Sinds een paar jaar heb ik de flip-over opnieuw ontdekt en ben ik super simpele tekeningen gaan gebruiken in mijn presentaties. Het leuke van tekenen is dat je alleen een flipover en een paar stiften nodig hebt. Als ik vroeger een training gaf en de beamer haperde, dan schoot ik meteen in de stress, maar sinds ik vaker teken weet ik dat ik alle concepten ook razendsnel op een flip-over kan zetten. Ik krijg vaak terug dat mensen het waarderen, omdat het de dingen simpel en aansprekend maakt. Maar waarschijnlijk ook vanwege de extra moeite die ik voor ze doe. Ik noem dit het ‘verse-broodjes-effect’. Een vers gebakken broodje bij een bakker smaakt nu eenmaal lekkerder dan een fabrieksbroodje.

Natuurlijk dacht ik in het begin – net als jij misschien – dat mijn tekeningen ‘mooi’ moesten zijn. Dit is echter helemaal niet nodig, beter van niet zelfs! Je tekent namelijk niet om je deelnemers te imponeren, maar om ideeën te communiceren en je inhoudelijke boodschap visueel te ondersteunen. Hierbij helpt het als je tekenen – naast een kunstvorm – ook als een leuke taal gaat zien. Misschien heb je zelfs al gemerkt dat die taal sterk in opkomst is? Op internet zie je steeds meer simpele tekeningen en symbolen, veel café’s en hippe ondernemers doen aan ‘hand-lettering’ en bij grote meetings zie je soms iemand die Sketch-notes maakt op een heel groot vel papier.

Gebruik van je lichaamstaal

Als je weer eens aan het surfen bent op het internet, check dan eens de TED-talk van Ernesto Sirolli. Hij gebruikt geen PowerPoint of Prezi, maar weet met zijn mimiek en lichaamstaal de kijker van begin tot eind te boeien. Hij vertelt vol schaamte hoe hij als ontwikkelingswerker in een afrikaans land middels een westers model een tomaten-plantage tot stand liet brengen. Hij had destijds een houding van: ‘dat die mensen daar zelf niet op zijn gekomen… de grond hier langs de rivier is uiterst vruchtbaar!’ Dan vervolgt hij: ‘En toen kwamen de nijlpaarden die in tien minuten de hele oogst verorberden…’. Ik heb deze lezing enkele jaren geleden gezien en die nijlpaarden zie ik nog steeds voor me!

Ook Nederlands best betaalde trainer Remco Claassen doet het graag zonder Powerpoint. Hij zegt daarover: ‘Deel nooit het podium met iets dat meer licht geeft dan jij zelf’ ’. Een mooie manier waarmee hij zijn verhaal ondersteunt is door gebruik te maken van zijn plaats in de ruimte. Remco is hierin een ware meester en hij raadt ons bijvoorbeeld aan om heel bewust gebruik te maken van een plaats op het podium voor ‘het verleden’ (voor de kijker links) en een plaats voor ‘de toekomst’ (rechts). Hierdoor ontstaat automatisch een beweging in de – voor ons logische – leesrichting, dus van links naar rechts. Dit vraagt dus wel dat je het als trainer zelf precies andersom doet. Dit voelt voor jou dan onlogisch, maar is voor je publiek juist heel helder en ondersteunend.

Beeldend taalgebruik: metaforen

Stel je eens voor dat je zittend op je handen een zaal vol mensen zou moeten boeien…

Is dat mogelijk?

Het antwoord is: ja. Je kunt namelijk door middel van je taalgebruik allerlei beelden oproepen. Kijk maar eens naar de openingszin van deze paragraaf. Zie je het voor je? Jij zittend op je handen voor een zaal vol mensen? Grappig hè! Hoe zorg je nu voor beeldend taalgebruik? Met name metaforen zoals die in de intro lenen zich hier uitstekend voor, want dat zijn vaak hele beeldende vergelijkingen.

Metaforen hebben als voordeel dat ze complexe zaken in één klap kunnen verhelderen. Zo legt Ed Hallowell (een Psychiater die zelf ADHD heeft) als volgt aan ouders en kinderen uit wat ADHD inhoudt en hoe zijn behandeling daarbij kan helpen: “ADHD is een brein als een Ferrari-motor, maar met de remmen van een fiets… Als je de remmen weet te verbeteren dan kun je een kampioen worden! En ik kan je leren remmen…”

Een mooie metafoor om als trainer te kennen is het krabbenmand-effect: het schijnt zo te zijn dat als een visser op een traditionele markt een mand vol krabben heeft, hij er echt geen deksel op hoeft te zetten, want zodra een krab probeert ‘te ontsnappen’, trekken de andere krabben hem weer terug in de mand. Komt dit fenomeen je bekend voor? Heb je weleens gemerkt dat als iemand oprecht probeert te veranderen dat de omgeving (collega’s, partner, vrienden) dit vaak een beetje tegen werken? ‘Oh, je bent zeker op cursus geweest!’, zeggen zij dan. Dit fenomeen is goed te verklaren, want als deze persoon verandert, dan heeft dat gevolgen voor de anderen. Misschien lopen zij nu achter, of moeten zij zelf óók aan de bak. Je kunt je deelnemers hiertegen ‘wapenen’ door hen te vertellen over het krabbenmand-effect, zodat zij hierop kunnen anticiperen.

Als je beeldend taalgebruik wilt inzetten, dan helpt het enorm als je – ter voorbereiding van je presentatie – al in beelden gaat denken. Dit kun je stimuleren door meteen te gaan schetsen als je aantekeningen of een mind map maakt ter voorbereiding. Als je graag een spiekbriefje of cue-cards gebruikt tijdens je verhaal (en daar hoef je je echt niet voor te schamen) overweeg dan eens om hier plaatjes in op te nemen i.p.v. alleen tekst. Ook dit helpt om de beelden voor je te zien. Daardoor wordt je presentatie automatisch meer beeldend!

Tot zover enkele simpele manieren om je training visueler te maken.

En PowerPoint dan?

Misschien vraag je je nu af: ‘Maar mag ik dan nooit meer een Powerpoint of Prezi gebruiken? Natuurlijk wel! Mijn persoonlijke ervaring is dat Powerpoint, Prezi of Keynote wel degelijk je verhaal kunnen ondersteunen mits je ze goed gebruikt. Het zijn gewoon handige tools en alleen jij kunt je presentatie maken of breken. Wat je in elk geval niet wilt is heel veel slides met heel veel tekst en eindeloze opsommingen met bullet-points. Hier is zelfs een term voor bedacht: ’Death by powerpoint’.

Wat in een Powerpoint, Keynote of Prezi over het algemeen goed werkt is de combi van beeld en zeer beknopte tekst. Sommige mensen houden meer van beeld en anderen meer van tekst, maar met deze combi zit je altijd goed. Zorg wel dat het beeld echt je boodschap ondersteunt en doe het niet omdat je zo trots bent op je vakantie-foto’s. In onze train-de-trainers laten we je nog veel meer manieren zien waarop je effectief gebruik kunt maken van deze tools om jouw boodschap te ondersteunen.

Wil jij het trainersvak in één keer goed leren? Doe dan nu mee aan onze Basis Train-de-trainer!

Heb je al ervaring als trainer, maar behoefte aan nieuwe inspiratie? Volg dan hier gratis de cursus Breinvriendelijk Trainen!

Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Wil jij meer leren over Acceptatie en Commitment Therapie (ACT)?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

Laatst coachte ik een hoogopgeleide professional die steeds black-outs kreeg als hij een presentatie moest geven op zijn werk. Dit maakte hem erg onzeker en hij begon te twijfelen of hij nog wel geschikt was voor zijn functie. Hij sliep slecht en oogde erg vermoeid.

Terwijl hij zijn probleem toelichtte werd me duidelijk dat hij erg met zich zelf bezig was. Hij liep rond met vragen als: Hoe kom ik over? Straal ik genoeg zelfvertrouwen uit? Vinden ze me wel slim genoeg? Hierdoor had hij weinig contact met de groep en werd hij onnodig nerveus. Het belangrijkste inzicht dat hij tijdens de coaching opdeed was de perspectiefwisseling van zichzelf naar de ander.

Nieuwe vragen

Hij ging zichzelf nieuwe vragen stellen zoals: Wat willen mijn collega’s eigenlijk weten? Wat zijn hun zorgen en problemen en hoe kan ik die verlichten? Hoe kan ik hen effectiever maken in hun werk en hun plezier vergroten? Met welke kennis kan ik hun leven verrijken en hoe kan ik dat boeiend brengen?

Doordat hij nu minder met zichzelf bezig was kon hij zich beter focussen op zijn boodschap en op de ontvangers ervan. Het effect was groot. Hij werd snel minder nerveus en de black-outs verdwenen. Zijn presentaties werden interactiever en zijn zelfvertrouwen herstelde. Doordat hij beter ging slapen nam ook zijn energie weer toe.

Een goede trainer stelt de groep voorop

Waarom neem ik je mee in zijn verhaal? Het vat de essentie samen van mijn visie op het trainerschap. Als jij je wilt ontwikkelen tot trainer onthoud dan alsjeblieft één ding: we zijn zelf niet zo belangrijk als we denken – een goede trainer stelt de groep voorop.

Ik denk dat dit gegeven een universele waarde heeft, of je nu trainer bent of lezingen of presentaties geeft. Voor groepen staan is nu eenmaal spannend. Zij zijn met veel meer dan jij en ons oerbrein weet heel goed dat de groep veel sterker is dan jij als individu. Het is volkomen logisch dat je – zeker als je nog onervaren bent – soms aan jezelf gaat twijfelen en daardoor meer met jezelf bezig bent dan met de groep. Natuurlijk is er niks mis mee om te zorgen dat je netjes verzorgd, in je favoriete outfit en goed voorbereid voor de groep staat. Wat je kunt doen om te zorgen dat je goed in je vel zit, moet je zeker doen.

Maar er komt ook een moment dat je jezelf moet vergeten en de groep centraal moet stellen. Zij investeren kostbare tijd en soms ook geld, dus het is logisch dat ze er zitten met de vraag: ‘What’s In It For Me?

Groot dromen en klein doen

Zorg dus dat je je verplaatst in hun leerbehoefte, hun pijn en hun verlangen en dat je met iets komt dat hun leven verreikt. Ideaal is dat deelnemers een nieuw perspectief krijgen én iets kleins wat ze meteen al kunnen gaan toepassen. De weg naar verandering waarin ik geloof luidt: Groot dromen en klein doen. Als je mensen hierbij helpt kun je voor hen van grote waarde zijn!

Overigens betekent ‘de groep centraal stellen’ niet dat je niet voor jezelf mag zorgen. Net als in het vliegtuig met de zuurstofmaskers help je eerst jezelf om daarna anderen te kunnen helpen. Alleen als jij lekker in je vel zit en kunt genieten van je werk, kun je de beste trainer zijn die je in je hebt en die je elke groep gunt.

Wil je nog veel meer trainersgeheimen leren? Download dan hier gratis ons Ebook Inspirerend Trainen

Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Wil jij meer leren over Acceptatie en Commitment Therapie (ACT)?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

Onlangs ging ik met mijn beide kinderen (toen 11 en 14) een middagje klimmen in het klimbos. Je weet wel, dat is zo’n route door de bomen met allerlei hindernissen op 5 – 10 meter hoogte. Nu moet je even weten dat ik nogal last heb van hoogtevrees. Gelukkig was ik helemaal safe, zo dacht ik. Ik had mijn camera bij en zou – veilig vanaf de grond – allerlei mooie foto’s maken van mijn klimmende kinderen. Zij liever dan ik, dacht ik nog…

Maar toen kwam het: mijn zoon wilde per se ‘de route voor 12 en ouder’ klimmen. Aangezien hij toen 11 was, was er maar één manier om hem de uitdaging te geven waar hij naar verlangde: ik moest mee omhoog, want dan mocht het wel…

Daar stond ik dan met mijn dilemma…

Óf ik blijf veilig op de grond en ben een sukkel van een vader.

Óf ik kijk mijn angst recht in de ogen, ga flink buiten mijn comfort-zone en ben – als ik het overleef – de vader die ik graag wil zijn.

Dat is namelijk een vader die moed toont en die zichzelf en zijn kinderen een gezonde uitdaging gunt.
Met het eerste kon ik niet leven, dus er zat niks anders op: met knikkende knieën de ladder op. Ik herinner me dat ik – een maal hoog boven de grond – aan ACT moest denken. Ik zei dingen tegen mezelf als: ‘Voel de angst en doe wat je moet doen. Focus op je volgende stap. Blijf ademen en bewegen.’ En het werkte. Ik legde de route zonder kleerscheuren af, klom weer naar beneden en stond opgelucht een beetje bij te komen.

Maar mijn zoon was net warm gedraaid…

Nu moest en zou hij route twee natuurlijk ook doen en die was een stuk hoger en uitdagender. Ik dacht: ‘als route één lukt, dan lukt route twee ook’. Wij weer naar boven en inderdaad: dit was nog een stuk uitdagender. Tijgeren door een net. Van touw naar touw. Over wiebelende plankjes. En toen liep zelfs mijn zoon tegen zijn grenzen aan. Hij hing midden tussen twee bomen, was net iets te kort en kon niet verder en niet terug. En ik kon hem ook niet helpen, want je mocht niet samen op één hindernis. Dit was kennelijk het moment waar die lange ladders voor bedoeld waren die ik had zien liggen. Ik riep om hulp en in no time kwam een stoere dame met een ladder van 10 meter naar ons toe om mijn zoon veilig naar beneden te helpen. En ik stond er met bibberende knieën naast. Toen vroeg ze: ‘En wat doet u, meneer? Klimt u door of gaat u mee met uw zoon?’ En ik zei stoer: ‘Tsja, ik laat mijn zoon natuurlijk niet in de steek…’ En wederom daalde ik opgelucht weer af…

Wat heeft dit nu met ACT te maken?

Wel dit is precies waar Acceptance and Commitment Therapy (ACT) over gaat: jezelf of je coachees helpen om enerzijds helder te krijgen: Wat voor persoon wil ik zijn? Wat voor man, vrouw, partner, ouder, vriend(in), werknemer, ondernemer? Wat zijn mijn kernwaarden in een bepaalde context? En hoe breng ik die stap voor stap in de praktijk? Dit is de commitment-kant.

En tsja, als dit gemakkelijk was, dan had jijzelf (of je coachee) het al lang gedaan. Dan was je al veel eerder:
• alleen op reis gegaan
• op die leuke man of vrouw afgestapt
• op dat podium gaan staan
• die gave, dure cursus gaan doen
• voor jezelf begonnen als zelfstandig coach

Maar helaas is het niet gemakkelijk. Het is spannend. Het kan tegen vallen. Je kunt falen. Of zelfs worden afgewezen. En hier komt de acceptance-kant om de hoek kijken. Het goede nieuws is: acceptatie is een vaardigheid die we gewoon kunnen leren. En er – al doende – steeds beter in worden. Zodat je je comfort-zone steeds meer kunt oprekken en gaan doen waar je (misschien al veel te lang) van droomt.

Onze gevoelens willen gevoeld worden

Want dat wat we moeten accepteren is vaak niks méér dan lastige gedachten en moeilijke gevoelens. Onze neiging is vaak om die gedachten en gevoelens te vermijden en dan toch maar niet alleen op reis te gaan. Maar in plaats van te vermijden kun je jezelf er ook naar toe wenden. Er nieuwsgierig naar worden en ze onderzoeken. Er ruimte voor maken. Ze voelen. Dit lijkt contra-intuïtief, ik weet het. Maar het werkt – zo blijkt niet alleen uit onderzoek, maar ook uit de levens van duizenden mensen. Gewone mensen met angst- en depressieve klachten en mensen die op zeer hoog niveau functioneren zoals topsporters en CEO’s.

En misschien ken je de RET, die zegt: je niet-helpende en irrationele gedachten moet je opsporen, uitdagen en vervangen door helpende gedachten. Dit kan, maar het is veel werk als je bedenkt dat wij zo’n 40.000 gedachten per dag hebben waarvan ruim twee derde niet-helpend is…

ACT zegt iets veel simpelers

ACT zegt: je hoeft niet de inhoud van je gedachten te veranderen, maar alleen je relatie ermee. Dit proces heet defusie en is niet alleen leuker, maar werkt ook veel sneller. Waar de RET nog zegt: je hebt verkeerde gedachten, zegt ACT: je hebt hele normale gedachten – die hebben we allemaal. Het is gewoon ons brein die ons helpt te overleven en ons voortdurend waarschuwt voor gevaar.

Een meerwaarde van ACT vind ik ook dat emoties en fysieke sensaties óók worden meegenomen. Mensen leren bij ACT op een fysieke manier zich ontspannen en ruimte maken terwijl zij lastige emoties ervaren. Door het verzet op te geven wordt ‘vuile pijn’ (de pijn plus je verzet) weer gewoon ‘schone pijn’ en die kunnen we vaak goed verdragen. Omdat ACT ondersteund wordt door het gedachtegoed rondom mindfulness wordt zij tot de derde generatie gedragstherapieën gerekend.

Tenslotte is misschien leuk om te weten dat ACT – ook al heet het een therapie te zijn – wereldwijd steeds meer in coaching wordt ingezet. Dit is goed te verklaren als je bedenkt dat ACT eigenlijk meer een moderne vaardigheidstraining is dan een traditionele therapie-vorm.

Wil je meer weten over ACT, download dan hier gratis het Ebook ‘Coachen met ACT in het kort’

Of luister naar deze Podcast waar ik wordt geïnterviewd door Hugo Bakker.

Wil jij meer leren over Acceptatie en Commitment Therapie (ACT)?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

Less = More.

Je kent deze uitdrukking vast wel.

Meer is niet altijd beter. Denk aan de inrichting van je huis. Het plannen van je agenda. Het geven van speelgoed aan je kind… Helaas houdt ons oer-brein niet van ‘tekort’. En dus willen we te veel.  Voor veel trainers geldt dit ook: we programmeren te veel, zenden te veel en verwachten te veel. Vaak met teleurstelling tot gevolg. Gelukkig kan het anders en in dit artikel lees je hoe.

Ik ken tientallen trainers en als er één ding is dat ze met elkaar gemeen hebben, dan is het wel hun enthousiasme. Ze willen allemaal graag hun boodschap overbrengen en zijn daarin ook heel vrijgevig. Alleen schieten ze soms wat door. Misschien herken je dit zelf ook wel. Je wilt je deelnemers veel geven en dus programmeer je veel te veel inhoud. En als je niet oppast sta je veel te lang te zenden met weerstand of afhakende deelnemers als resultaat. Aan je intentie ligt het niet, want die is heel positief, maar effectief is het helaas niet…

Ons brein is een overlevingsapparaat!

Wetenschappers van nu zijn het er over eens: ons brein is in de loop der tijd geëvolueerd tot een effectief overlevingsapparaat. Een van de gevaren waar onze prehistorische voorouders constant rekening mee moesten houden was: schaarste. Als de voedselvoorraden onverwacht op waren dan kwam het voortbestaan van de soort in gevaar. En dus hebben we allemaal nog steeds een soort verzamelaar in ons. De een verzamelt kleding en schoenen, de ander mooie gadgets, en weer een ander verzamelt kennis. En ook als trainer proberen we een gevoel van te kort ten allen tijde te vermijden: wat als ik te weinig nieuwe kennis bied? Of te weinig werkvormen heb? Of te weinig tips geef?

Het is goed om je te realiseren dat minder van het één vaak meer is van het ander. Minder spullen is meer rust en ruimte, dat weet elke minimalist. En ja, ook voor trainers geldt: less=more! Hieronder lees je vijf manieren waarop minder van het een, méér is van het ander. En laat dat andere nu vaak veel belangrijker zijn!

Minder inhoud = meer rust en diepgang

Als je te veel inhoud programmeert (in de vorm van kennisoverdracht, werkvormen en oefeningen), dan kom je vaak slecht uit met de tijd. Pauzes beginnen later en worden ingekort, de eindtijd verschuift. Dit is niet prettig voor je deelnemers, want zij willen weten waar ze aan toe zijn en hebben regelmatig behoefte aan rust en tijd om te socializen, bellen, plassen, de stof verwerken, etc. Als hier niet aan wordt voldaan zul je merken dat hun aandacht verslapt.

Het is ook niet prettig voor jou, want je staat daardoor te trainen met een gevoel van haast. Dit geeft niet alleen minder plezier en voldoening, je hebt ook minder aandacht voor je trainees en bent dus ook minder effectief.

Als je minder programmeert, dan houd je altijd wat tijd over voor verdieping. Juist het gesprek na een oefening of ervaring voegt vaak heel veel toe. Mensen zitten waarschijnlijk met vragen of willen graag hun ervaring delen. Bovendien kunnen zij leren van elkaars ervaringen. En jij kunt dat gesprek in goede banen leiden, ieders inbreng samenvatten en ze helpen om de transfer te maken naar hun praktijk.

En ja het is spannend om voor je gevoel net iets te weinig te programmeren. Ik los dat zelf op door wel altijd wat reserve-oefeningen achterin mijn draaiboek te zetten. Voor het geval dat… In de praktijk heb ik die echter zelden nodig!

Minder theorie = meer actie

Als mensen een gemiddelde lezing van een uur bijwonen en je zou ze een week later vragen wat ze er nog van weten, dan is dat vaak teleurstellend weinig. Pure kennisoverdracht is dus meestal niet zo effectief. Bovendien leven we in een tijd dat mensen bedolven worden onder de informatie. Logischerwijze zijn zij kritische kennisconsumenten geworden. Daarbij is het goed om na te denken waar jouw meerwaarde ligt als trainer. Die ligt niet zozeer in je kennisoverdracht, want kennis kunnen mensen ook gemakkelijk opdoen uit een boek of via het internet.

Jouw meerwaarde ligt onder andere in de unieke ervaringen die je mensen op laat doen. Die is immers alleen bij jou verkrijgbaar! Het is dan ook de kunst om tijdens de training de theorie- en kennisoverdracht tot een minimum te beperken. Een deel van de benodigde kennis kun je uit de training halen en aanbieden via literatuur, ebooks en filmfragmenten. Tijdens de training zelf bied je alleen de essentie aan of herhaal je kort de reeds bestudeerde theorie. Ook kun je op speelse wijze de stof opfrissen met een leuke quizz of de online tool Kahoot. De meeste tijd besteed je dus aan: ervaringsgerichte oefeningen, reflectie en feedback hierop en interactie met jou en de andere deelnemers.

Minder tekst = meer beeld

Denk eens terug aan een saaie presentatie of training zoals we die allemaal wel eens hebben meegemaakt. Grote kans dat daarbij gebruik werd gemaakt van een PowerPoint met veel bullets en lappen tekst. Als je pech had ging de presentator ook nog eens die teksten voorlezen. Ik heb zelf wel eens meegemaakt dat er zoveel tekst op een PowerPoint stond dat de letters niet eens leesbaar waren!

Je begrijpt: dit kan echt niet meer anno 2019. Gelukkig is het ook helemaal niet nodig. Het eerste wat je daarvoor moet beseffen is: de PowerPoint is niet jouw spiekbrief! Prima als je een spiekbrief nodig hebt, maar gebruik dan…. een spiekbrief! (Bijvoorbeeld in de vorm van cue cards waarop de belangrijkste reminders staan, in woord of beeld).

Overigens is er niks mis met PowerPoint of Keynote. Het zijn gewoon handige presentatietools. De kunst is om ze zo te gebruiken dat ze jouw boodschap optimaal ondersteunen en je publiek bij de les houden! Daarbij werken beelden vaak beter dan woorden. Niet voor niets luidt het gezegde: één beeld zegt meer dan 1000 woorden. Ook in ons brein zie je dit terug: het visuele zintuig neemt daar meer plek in dan alle andere zintuigen bij elkaar. De tip is dan ook: presenteer max 1 idee per slide, gebruik tekst met mate en voeg ondersteunende beeldmateriaal toe.

Minder zendtijd = meer interactie

Beginnende trainers / experts staan vaak veel te lang te zenden. Hun gedachtegang is simpel: ‘ik weet iets dat mijn deelnemers nog niet weten, dus ik moet het ze vertellen’. Dit wordt ook wel ‘de vloek van kennis’ genoemd: zij weten niet meer hoe het is om iets niet te weten en beseffen daardoor niet dat ze mensen overladen met informatie. Daarbij geeft ‘zenden’ een gevoel van controle. Zij denken wellicht onbewust: ‘zo lang ik aan het woord ben heb ik de regie’. De neiging om te veel te zenden is dus heel begrijpelijk. Maar helaas is dit niet zo effectief. Deelnemers worden er heel passief van, of gaan juist steeds de discussie aan of schieten in de weerstand.

Wat wij mensen nodig hebben om te leren is – naast actie – ook interactie. We willen de mogelijkheid hebben om onze vragen te stellen, ervaringen uit te wisselen en te sparren. De reden hiervoor is simpel: ons brein is een enorm sociaal orgaan. Vergeet niet dat de mens in wezen een zoogdier is en bedenk dan hoe jonge puppies of kittens hun vaardigheden leren. Juist, door voortdurend te spelen en stoeien met andere kittens of puppies. Als wij mensen een training in gespreksvaardigheden volgen willen we ook ‘stoeien’ met de trainer, met onze mededeelnemers en met de stof.

Minder stress = meer empowerment

Veel beginnende trainers geven onbedoeld stress aan hun deelnemers en dat is jammer, want een gestresseerd brein staat niet meer open om te leren. Deelnemers neigen dan tot ‘vechten of vluchten’ en dat is niet de modus waarin je ze wilt hebben. Hieronder noem ik enkele manieren waarop trainers hun deelnemers onbedoeld stress kunnen geven:

  • Ze vergeten dat ze er zelf jaren over hebben gedaan om zich de materie eigen te maken en verwachten daardoor te veel in te korte tijd.
  • Zij zijn sterk gehecht aan hun methode en zijn daardoor heel precies in ‘hoe het hoort’
  • Zij vergeten dat er vaak vele wegen zijn die naar Rome leiden: hun manier is zelden de enige manier.
  • Zij hebben onvoldoende oog voor faalangst bij hun deelnemers.
  • Zij stellen zichzelf onkwetsbaar en alwetend op, waardoor hun deelnemers zich heel klein gaan voelen.

Hoe voorkom je dit? De kunst is om een omgeving te scheppen die niet aanzet tot presteren (en dus stress geeft) maar tot experimenteren, onderzoeken en uitproberen. Op deze manier zal het geloof in eigen kunnen van je trainees het snelst groeien en dat is precies wat je wilt. Want alleen zo zullen je trainees ook echt na de training in de praktijk gaan doen wat de bedoeling is…

De Chinese wijze Confucius was zijn tijd ver vooruit toen hij – reeds in de vijfde eeuw voor Christus – de volgende woorden sprak:

Vertel het me en ik zal het vergeten.
Laat het me zien en ik zal het onthouden.
Laat het me ervaren en ik zal het me eigen maken.

Wil je meer trainersgeheimen leren? Download dan hier gratis ons Ebook Inspirerend Trainen!

Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Wil jij meer leren over Acceptatie en Commitment Therapie (ACT)?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

 

Vraag een gemiddelde coachee wat hij wil bereiken en hij zal je vertellen wat hij niet meer wil: Geen ruzies meer, niet meer zo moe zijn, geen stress meer, nooit meer die pijn ervaren…

Blijkbaar weten mensen vaak beter waar ze vanaf willen dan waar ze naar toe willen. Op zich is dit heel begrijpelijk. Ze hebben iets meegemaakt dat onprettig, pijnlijk of zelfs bedreigend was en ze weten één ding zeker: ‘dat nooit meer!’

Helaas is het niet erg helpend om alleen te weten waar je vanaf wilt. Dat is immers net zo iets als aan een ober vertellen wat je niet lust of aan een taxi-chauffeur vertellen dat je weg wilt van het vliegveld… Een van de taken van een coach is dus coachees helpen formuleren waar ze naar toe willen. Dit lijkt een open deur, maar toch is het dat niet. Ook coachende professionals vinden het m.i. soms lastig om te horen waar een coachee naar toe wil.

Die droombaan kan ik niet bieden, dus vraag ik er niet naar…

Ik merk dit bijvoorbeeld vaak bij uitkeringsconsulenten, want wat als iemand over zijn droombaan vertelt… Die kan ik hem waarschijnlijk niet bieden, zo denkt de consulent. Dat is wachten op een teleurstelling en dan heb ik het gedaan… Beter vraag ik hier niet naar! Ook deze denkwijze is heel begrijpelijk, maar wel jammer.

Want stel nu dat je de droombaan niet ziet als eindstation, maar als globale richting waarin de coachee zich blijkbaar graag wil ontwikkelen? Of het haalbaar is kunnen we op voorhand niet zeggen, maar waar je wel op kunt rekenen is dat hier de motivatie van de coachee verstopt zit.

Zelf begeleidde ik ooit een jongeman met een lichte verstandelijke beperking en een justitieel verleden die heel graag een eigen boerderij wilde, liefst in Duitsland. Ik wist ook dat hij schulden had, dus voorlopig zat een eigen boerderij er niet in. Toch vroeg ik door op zijn wens. Toen ik bijvoorbeeld vroeg wat hem daar zo mooi aan leek, begon hij te vertellen. Enkele jaren daarvoor had hij al werkend een zomervakantie doorgebracht op een boerderij in Duitsland en hij had het daar fantastisch naar zijn zin gehad. Hij had er hard gewerkt, kreeg veel waardering, werd zelfs verliefd en vond het heerlijk om buiten te zijn en met planten bezig te zijn. Oké er waren nog wat gesprekken nodig, maar uiteindelijk werd deze jongeman heel gelukkig met een baan bij de plantsoenendienst.

We hoeven niet bij de poolster uit te komen…

Het is dus belangrijk om te beseffen dat wij niet verantwoordelijk zijn voor het al of niet waarmaken van de droom van de coachee. Waar we de coachee wel bij kunnen helpen is om opnieuw richting te vinden in zijn of haar leven en een stip aan de horizon is daarbij heel behulpzaam. De wijze zen-meester Thich Nhat Hanh gebruikt hiervoor vaak een mooie metafoor: Als iemand ’s nachts verdwaald is in een donker bos, dan kan de Poolster hem helpen zich te oriënteren en de weg te vinden. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling om uit te komen bij de poolster zelf…

Dit brengt ons ook op het thema ‘perfectionisme’. Als mensen nadenken over hoe ze hun leven willen vormgeven, dan komt daar – ongemerkt – nog wel eens een bepaalde mate van perfectionisme bij kijken. Stel een single vrouw van 30 heeft als stip aan de horizon: ‘dan woon ik in een schattig, klein boerderijtje in de buurt van Amsterdam met een leuke man, twee kinderen en een hond’.

Het is haar goed recht om hier van te dromen, maar we weten ook dat dit plaatje niet voor iedereen is weggelegd. Een vraag die je hier zou kunnen stellen is: ‘Wow, dat is een mooi doel… En ik hoop van harte dat dat jou gegund is… En waar ik nieuwsgierig naar ben: Wanneer zou het voor jou misschien nog niet het perfecte plaatje, maar wel al goed genoeg zijn? Nu blijkt misschien dat een relatie met een leuke man al een flinke stap in de goede richting zou zijn… Of wat meer buiten wonen… Of zwanger worden… Of een hond… Kortom: vier subdoelen die ieder een nogal verschillende strategie vragen.

Als je doet wat je altijd deed…

In eerdere blogs behandelde ik al de beroemde wondervraag en 10 varianten hierop, dus dat ga ik hier niet overdoen. Wat hier wel meerwaarde heeft is hoe je doorvraagt op het antwoord van je coachee. Anders gezegd: hoe kom je samen tot een werkbaar doel, waarvan de kans groot is dat de coachee er daadwerkelijk naar zal gaan handelen. Zodat-ie niet krijgt, wat-ie altijd kreeg door te doen wat-ie altijd al deed… Integendeel: we willen dat de coachee – desnoods met hele kleine stappen – nieuw gedrag gaat vertonen en dus ook nieuwe resultaten zal gaan krijgen.

Nadat je de Wondervraag of een andere ‘gewenste toekomst-vraag’ hebt gesteld, vraag je net zo lang door tot je een antwoord krijgt in positieve gedragstermen die binnen de eigen controle van de coachee liggen. We kennen allemaal de doel-criteria van SMART, maar persoonlijk vind ik 5 criteria te veel om tijdens een gesprek in mijn achterhoofd te houden.

PoBinToe!

Zelf gebruik ik liever: PoBinToe, ontleend aan NLP en vereenvoudigd tot wat voor mij de essentie is. PoBinToe staat voor: Positief geformuleerd, Binnen de eigen controle en Toetsbaar. Hieronder zie je enkele voorbeelden waarbij de coach helpt om betere doelen te stellen:

1. Positief geformuleerd:
Coachee: dan heb ik geen stress meer.
Coach: Geen stress, ok en wat is daar dan voor id plaats?
Coachee: Dan ervaar ik rust.

2. Binnen eigen controle:
Coachee: dan is mijn partner zorgzaam.
Coach: dat klinkt fijn en wat kan jij dan anders doen?
Coachee: dan durf ik beter te vragen ik wat ik nodig heb.

3. Toetsbaar:
Coachee: dan voel ik me fitter.
Coach: dat is mooi… en wat zie ik jou dan anders doen?
Coachee: Ja, dan fiets ik weer met plezier naar mijn werk.

Wat ook helpt: de wonderschaal

Met de zogenaamde ‘wonderschaal’ kun je heel gemakkelijk de route naar het wonder in kaart brengen. Nadat je de wondervraag hebt gesteld kun je het zojuist omschreven wonder een ‘10’ geven. Het probleem op zijn ergst krijgt een 0… Nu heb je een schaal en kun je de volgende vragen stellen:

• Stel het wordt geen 10… Welk cijfer zou voor jou ‘goed genoeg’ zijn? Hoe ziet dat er uit?
• Waar sta je nu op deze schaal?
• Oké, een 4… Wat zit er allemaal in die 0 tot 4? (M.a.w.: wat lukt er al?)
• Wanneer zat je al eens hoger dan een 4? Hoe deed je dat?
• Hoe ziet een 5 eruit?
• Op welke ideeën brengt dit je?
• Welke kleine stap zal jou dichter bij je doel brengen?
• Waaraan zul je als eerste merken dat je vooruitgaat?

En tenslotte

Onderweg naar het doel speelt optimisme en een gezonde dosis zelfvertrouwen natuurlijk ook een doel. Een van de taken van de coach is m.i. het aanwakkeren van zelfvertrouwen en het behouden van hoop en optimisme. Gelukkig is oplossingsgerichte gespreksvoering daar heel geschikt voor. Een simpele manier om te zorgen dat coachees een eerste stap zetten is het verkleinen hiervan. Kleine stappen vragen weinig vertrouwen, grote stappen vragen veel vertrouwen.

En soms… soms kan de stap niet kleiner dan die nu eenmaal is. Niemand kan immers een klein beetje ontslag nemen, emigreren, of zwanger worden. In dat soort gevallen geldt soms het adagium:

‘Jump and grow your wings on the way down!’

Ik wens je veel succes met het zetten van stippen aan horizonnen!

Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

Coach je weleens mensen die daar niet vrijwillig voor kiezen?

Hoor je weleens; ‘ik zit hier alleen maar omdat het moet…’ of: ‘Er zou eigenlijk iemand anders hier moeten zitten, namelijk…’

In dergelijke situaties is het niet eenvoudig om een co-creatie-relatie te ontwikkelen. Toch is het heel goed mogelijk en in dit blog lees je hoe je dat voor elkaar kunt krijgen.

In een eerdere blog  stelde ik dat ieder oplossingsgericht gesprek tenminste drie ingrediënten bevat (en als één van deze drie ontbreekt zou het je eerste prioriteit moeten zijn):

1. Een co-creatie-relatie
2. Een stip aan de horizon
3. Een roze microscoop

In deze blog ga ik dieper in op de eerste. Als je wilt weten wat ik bedoel met een co-creatie relatie, lees dan eerst even deze blog.

Wat we kunnen leren van oom Steve

De vraag is nu: hoe kom je tot een dergelijke ‘co-creatie-relatie’? Om die vraag te beantwoorden gaan we eerst even terug in de geschiedenis. Ik wil je namelijk laten zien hoe Steve de Shazer, één van de grondleggers van de ‘Solution Focused Brief Therapy’, aan het begin van zijn gesprekken al meteen een positief kader aanbracht. Wat hij zei was het volgende:

“Dank je wel dat je gekomen bent… Ik hoop dat dit gesprek op de één of andere manier nuttig voor je zal zijn… Ik kan dat niet garanderen…  Maar wat ik wel kan garanderen is dat ik mijn uiterste best zal doen en ik hoop dat jij dat ook zult doen…”

Stel nu dat je als coachee zo je twijfels heb over het feit dat je met een coach in gesprek gaat, welk effect zou een dergelijke opening dan op je hebben?

Natuurlijk hoef je niet Steve de Shazer na te apen en kun je je eigen woorden kiezen, maar het is interessant om te zien wat hij precies doet:

1. Hij uit waardering voor de komst van de coachee: “Dank je wel dat je gekomen bent…”
2. Hij stelt expliciet het belang van de coachee voorop en benadrukt het nut van het gesprek: “Ik hoop dat dit gesprek op de één of andere manier nuttig voor je zal zijn…”
3. Hij is eerlijk, realistisch en doet geen beloftes die hij niet na kan komen: “Ik kan dat niet garanderen…”
4. En hij spreekt een positieve intentie uit en doet de suggestie dat de coachee dat ook zou kunnen doen: “Maar wat ik wel kan garanderen is dat ik mijn uiterste best zal doen en ik hoop dat jij dat ook zult doen…”

Vooral het uiten van waardering en het steeds weer benadrukken van het nut voor de coachee zijn kenmerkend voor de manier waarop een oplossingsgerichte coach een co-creatie-relatie opbouwt. Dat laatste doet de coach door regelmatig zogenaamde nuttigheidsvragen te stellen:

Aan het begin: “Hoe kunnen we zorgen dat we jouw tijd nuttig besteden tijdens dit gesprek?”
Halverwege: “Ik wil even bij je checken: is het gesprek tot nu toe nuttig voor je?
Aan het eind: “Wat was er in dit gesprek het meest nuttig voor je?”

Als je coachee niet vrijwillig komt

Het kan zijn dat de coachee niet vrijwillig aan het gesprek deelneemt, bijvoorbeeld omdat hij gestuurd is door een derde partij, zoals de rechter, een werkgever, de school, ouders, de huisarts. De kans is groot dat deze coachee inderdaad allerlei problemen ervaart, maar dat wil nog niet zeggen (1) dat hij er over wil praten, (2) dat jij daarvoor de aangewezen persoon bent.

Je zult dus alles uit de kast moeten halen om het vertrouwen van je coachee te winnen en een hulpvraag mogelijk te maken.

De volgende stappen kunnen helpen:

Tip 1: Begin met oprechte waardering te uiten voor het feit dat de coachee naar het gesprek toe gekomen is. Besef dat hij ook had kunnen wegblijven, zich ziek melden, ‘verslapen’, etc. Besef ook dat het moed en doorzettingsvermogen vraagt om naar een gesprek te komen waar je tegenop ziet.

Tip 2: Creëer veiligheid door je rol te verhelderen en te vertellen wat je wel en niet van de coachee verwacht en wat hij van jou kan verwachten.

Tip 3: Bouw vertrouwen op door de beleving van de coachee te respecteren, óók al ben je het hier niet mee eens. Vermijd de woorden ‘Ja, maar…’

Deze vragen kunnen een gesprek op gang brengen:

1. Hoe was het voor je om hier naar toe te komen?
2. Klopt het dat je hier niet vrijwillig bent?
3. Zo ja: Het lijkt me heel naar om verplicht in gesprek te moeten met iemand die je nog niet goed kent… Wat is de reden dat je toch bent gekomen?
4. Wat wil [de verwijzende instantie] dat er gaat veranderen? Hoe zie jij dit zelf?
5. Wat wil je liever niet veranderen en wat misschien wel?
6. Wat kunnen we bespreken zodat het voor jou zelf nuttig wordt?
7. Je hebt vast goede redenen om te doen wat je nu doet… Vertel eens?
8. Hoe zou je merken dat je voldoende veranderd hebt?
9. Hoe kan ik je – ondanks de lastige situatie waarin je zit – misschien toch helpen?

Als je coachee naar anderen wijst:

Het komt ook voor dat de coachee weliswaar een probleem ervaart, maar dat hij de oorzaak hiervan buiten zichzelf legt: hij moppert, klaagt of beschuldigt anderen. Ook deze situatie vraagt wat voorwerk alvorens je oplossingsgericht kunt gaan coachen.

Wat hier vaak goed werkt zijn de volgende stappen:
Top 1: Toon oprecht begrip en empathie voor wat de coachee als probleem ervaart.

Tip 2: Onderzoek hoe deze situatie de coachee hindert in diens welzijn of functioneren.

Tip 3: Begin voorzichtig te verkennen wat de coachee anders zou willen en hoe hij of zij daar zelf aan zou kunnen bijdragen.

Met deze vragen verken je de invloed en veranderbereidheid van de coachee:
1. Op welke manier heb jij zelf last van deze situatie?
2. Waar hoop je op? Welk verschil zou dat maken?
3. Wat zou je in de plaats willen van hoe het nu gaat?
4. Stel dat die ander verandert, wat zou jij dan vervolgens anders kunnen doen?
5. Stel dat de ander niet verandert, wat zou jij dan toch kunnen doen om de situatie een beetje te verbeteren?
6. Wat heb je weleens overwogen om te doen dat zou kunnen helpen?
7. Zou de situatie nog erger kunnen zijn dan het nu is? Hoe zorg jij ervoor dat het niet nog erger is?
8. Stel dat je je lot in eigen handen zou willen nemen. Wat zou dan een kleine 1e stap kunnen zijn die jij zelf kunt zetten?

Hoewel er geen garanties zijn dat gestuurde of externaliserende coachees in één gesprek zullen transformeren tot gemotiveerde en bereidwillige coachees is dat toch heel goed mogelijk. Ik spreek daarbij ook uit mijn eigen ervaring in het reclasseringsveld. Het is goed om te beseffen dat gedrag dat wij ervaren als weerstand heel vaak een roep is om begrip.

Over Steve de Shazer doet het verhaal de ronde dat hij het fenomeen ‘weerstand’ ooit ritueel in de tuin heeft begraven waarna hij een artikel publiceerde genaamd ‘the death of resistance’.

Hoe ga jij zelf om met gestuurde coachees? Als je aanvullende tips hebt, deel ze dan vooral hieronder!

Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

Over oplossingsgericht coachen wordt vaak gezegd: ‘It’s simple but not easy’.

Ook zelf heb ik het gevoel dat hoe meer ik erover leer, hoe minder ik weet. Maar misschien is dat wel precies de bedoeling?

Toch denk ik wel een paar dingen te weten.

Wat vind je van deze: ieder oplossingsgericht bevat tenminste drie ingrediënten (en als één van deze drie ontbreekt zou het je eerste prioriteit moeten zijn). Hier komen ze:

  1. Een co-creatie-relatie
  2. Een stip aan de horizon
  3. Een roze microscoop

Ik neem ze alle drie even met je door.

De co-creatie Relatie

Motiverende gespreksvoering - samenwerken richting veranderingMet een co-creatie-relatie bedoel ik: een werkrelatie waarbij de coach het welzijn van de coachee voorop stelt, uitgaat van gelijkwaardigheid, vertrouwen heeft in de krachtbronnen van de coachee en de intentie heeft om te onderzoeken hoe coachee diens doelen kan bereiken op een manier die bij hem past. De coachee op zijn beurt is bereid om actief bij te dragen aan het leer- en creatieproces, om open en eerlijk te zijn,  en om te onderzoeken wat wel en niet werkt bij het bereiken van de eigen doelen. En het mooiste komt nog: tussen die twee kan zich iets ontwikkelen wat uiterst productief is: een creatieve uitwisseling tussen twee welwillende experts. De coach is expert over het proces en de coachee is expert over het eigen leven. En samen vormen zij een TEAM in de betekenis van ‘Together Each Achieves More’.

De stip aan de horizon

Stip aan de horizonMet een stip aan de horizon bedoel ik: een voor de coachee aantrekkelijk doel, positief geformuleerd, liefst in gedragstermen. Idealiter beschrijft coachee dit doel zodanig dat de coach het voor zich kan zien. Hier zijn verschillende typen vragen voor, waaronder de wondervraag en enkele varianten hierop. Het idee is dat de coachee uitgenodigd wordt het probleem-denken even achter zich te laten, de fantasie te gebruiken en hardop te dromen over een andere, fijnere toekomst. De valkuil hier is dat de coach daar onmiddellijk een ander, realistischer perspectief tegenover stelt. Het is daarom goed om te beseffen dat we hier op zoek zijn naar een globale richting en niet per se naar een eindbestemming. Het is alsof twee reizigers overeenstemmen om samen richting het zuiden te gaan en dat beiden open staan voor verschillende mooie bestemmingen die zich onderweg zullen aandienen.

De roze microscoop

De roze microscoopDe roze microscoop is een metafoor die is bedacht door Cora Hagen voor het principe dat de oplossingsgerichte coach met een nieuwsgierige, waarderende blik heel minutieus op zoek gaat naar lichtpuntjes en krachtbronnen in het leven van de coachee. Bij krachtbronnen kun je denken aan sterke kanten van de coachee, hulpbronnen in diens netwerk en verder alles wat bijdraagt aan vooruitgang: inzet, bereidheid tot leren, creativiteit, lef, experimenteer-lust, etc. De lichtpuntjes kunnen bestaan uit diverse ervaringen uit verleden en toekomst: eerdere successen, uitzonderingen op het probleem, dingen die werken, getoonde veerkracht, stapjes in de goede richting, kleine signalen van vooruitgang, etc.

Nu vraag je je misschien af: ‘Allemaal leuk en aardig, maar hoe komt ik dan aan die drie ingrediënten?’

Het antwoord hierop lees je in de komende drie blogs!

Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

 

In 2001 begon ik als trainer van ex-gedetineerden bij de Reclassering van het Leger des Heils. Vanuit een groot idealisme ging ik het gesprek aan met vele ex-gedetineerde jongeren en volwassenen met als doel hen te bewegen richting ‘een leven op het rechte pad’. Aanvankelijk vielen de resultaten tegen, maar toen ontdekte ik motiverende gespreksvoering en dat bleek een complete game-changer te zijn.

Van overtuigen naar ontlokken

Voorheen pleitte ik met veel energie voor een delict-vrij leven met argumenten als: ‘niemand wordt gelukkig van een leven vol justitie-contacten’. De standaard reactie hierop was: ‘Jij hebt makkelijk praten’ en: ‘de politie moet altijd mij hebben!’ Toen ik motiverende gespreksvoering ging inzetten begon ik beter te luisteren en andere vragen te stellen. ‘Hoe heb je je detentietijd ervaren?’ en ‘Stel dat het je lukt om op een eerlijke manier aan geld te komen, wat zou dat je opleveren?’ Opeens kwam er een ander gesprek op gang: ‘detentie was een hel… dat nooit weer!’ ‘En ja, tuurlijk kom ik liever eerlijk aan mijn geld. Dan heb ik een rustig leven zoals iedereen. Maar ja, hoe doe ik dat?’ Dat opende vervolgens de weg naar een eerlijk gesprek over mogelijkheden en stappen in de gewenste richting.

Onlangs publiceerde ik een boek over Motiverende gespreksvoering, een evidence-based methode ontwikkeld in de verslavingszorg. En hieronder geef ik je één belangrijke ‘don’t’ en vier praktische ‘do’s voor als jij effectiever wilt leren motiveren.

1.     Stop met repareren

Het gebeurt nog veel te vaak, vooral bij professionals die het coachen ‘erbij doen’: de reparatiereflex. Dit werkt als volgt: zodra er een coachee (medewerker, leerling of cliënt) voor je staat, waar in jouw ogen iets ‘mis’ mee is, dan willen we hem of haar ‘repareren’, liefst zo snel mogelijk. Net zo als een automonteur met een kapotte auto. En dus gaan we overtuigen, adviseren en oplossen. Aan je goede intentie ligt het niet, maar helaas werkt dit averechts op de motivatie. Een mens is nu eenmaal geen kapotte auto.

Als we de rollen even omdraaien, dan snap je meteen waarom dit niet werkt. Stel je zit met een lastige gewoonte. Iets ongezonds of zo. Of iets dat je veel geld kost. Drinken, roken, overwerken of gokken…

(Ik zeg: stel…  Jij hebt natuurlijk geen lastige gewoontes… )

En stel het is iets waar je maar niet van af komt. Het is niet gisteren ontstaan, dus je hebt er al veel over nagedacht en met mensen over gesproken. Je kent alle pro’s en con’s. Je weet nog niet eens of je er wel mee wilt stoppen. En of je dat überhaupt wel zou kunnen. Best wel een eng idee. Maar eerlijk is eerlijk: je hebt er wel last van en je maakt je zorgen.

En op de een of andere manier beland je bij een hulpverlener die jou gaat proberen te helpen. Die kijkt wat geschrokken en zegt dat je vandaag nog moet stoppen, anders gaat het van kwaad tot erger. Hij of zij weet ook al hoe. En begint meteen allerlei ongevraagde adviezen en oplossingen aan te dragen. Dingen die helemaal niet bij jou passen. Je kunt vanavond nog naar een gespreksgroep. Eigenlijk is het ook wel wat onverantwoordelijk. Hoe heb je het toch zo ver kunnen laten komen? Deden je ouders het soms ook?

Tot zover deze ‘hulpverlener’. Wat voel en denk jij in zo’n situatie? En: wat zeg je? Waarschijnlijk iets dat begint met: ‘Ja, maar…’

Maar waarom werkt dit niet? De adviezen zijn toch goed bedoeld? Ongetwijfeld, maar voel je je als coachee ook gehoord, gezien en begrepen? Krijg je tijd om deze nieuwe info even op je in te laten werken? Wordt je autonomie gerespecteerd en ondersteund? Wordt er effectief met je samengewerkt?

Naast ons gezonde verstand laat ook onderzoek duidelijk zien dat ‘repareren’ niet werkt. Maar hoe moet het dan wel? De korte versie lees je hieronder.

2. Stel open vragen over verandering

Onderzoek samen de doelen, waarden en beweegredenen van je medewerker of coachee. Vraag wat hij of zij al weet over de risico’s van het gedrag of de gewoonte in kwestie. Vraag over welke veranderingen hij of zij al heeft nagedacht. Wat je wilt is dat de coachee zelf voor verandering gaat pleiten. En niet ‘sociaal wenselijk’ maar omdat-ie het meent. De taal die dan op gang komt heet ‘verandertaal’. En ja, het kan zijn dat dat niet de verandering is die jij in gedachten had. Maar misschien is deze verandering wel beter. Of op zijn minst acceptabel. En als je ook maar iets hoort dat vóór verandering pleit, dan ga je Luisteren met een hoofdletter.

3. Luister met een hoofdletter

Wie mensen wil motiveren heeft zijn oren harder nodig dan zijn mond. Laat dus merken dat je werkelijk luistert. Wees met je aandacht volledig bij de ander. En geef regelmatig reflecties (korte mini-samenvattingen) in reactie op wat de coachee zegt. Hiermee toon je ofwel begrip: ‘op tijd komen is dus lastig voor je omdat je slecht slaapt’. Ofwel prikkel je de coachee: ‘je collega’s mogen van jou wachten tot jij verschijnt’.

4. Benadruk de autonomie

Autonomie is een basisbehoefte van de mens, kijk maar naar peuters van twee. Benadruk dus expliciet de keuzevrijheid van de coachee, óók als dit bepaalde consequenties heeft. En toon begrip voor wat deze consequenties zouden betekenen. Als je heel graag een advies wilt geven, vraag dan eerst even toestemming: mag ik je een advies geven? En indien mogelijk: bied meerdere opties aan en laat de ander vrij om te kiezen.

5. Stel het belang van de ander voorop

De meeste mensen voelen haarfijn aan dat ze gemanipuleerd worden. Als je dus iemand coacht terwijl je ook hun leidinggevende bent, parkeer dan – indien mogelijk – je eigen belangen, al is het maar tijdelijk. Als dit niet kan:  wees dan volkomen helder over je eigen belangen en vertel de coachee wat je van hem / haar verwacht. Vertel ook waarom dit belangrijk is en vraag de coachee vervolgens hoe dit doel het beste bereikt zou kunnen worden.

Kortom, zoals Stephen Covey al zei: probeer eerst de ander te begrijpen voordat je zelf begrepen wilt worden!

Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

 

Ben je of ken je iemand met een verslavende gewoonte?

Die kans is groot, want we leven in een wereld vol verslavende zaken: je smartphone, Facebook, Netflix, gamen, gokken, porno, suiker, nieuwssites en (online) shoppen…

Sommige van deze zaken lijken misschien onschuldig, maar wat als iemand ze (veel) vaker of langer doet dan hij wil? Als ze iemand ervan weerhouden om het leven te leiden waar hij of zij van droomt? De persoon te zijn die hij diep in zijn hart wil zijn?

Dit komt vaker voor dan je wellicht denkt. Ik heb al verschillende mensen gecoacht die een belangrijk deel van hun kostbare tijd verliezen door langs allerlei nieuwssites te surfen. Ongemerkt gaan zo soms uren voorbij, die ook anders besteed hadden kunnen worden. Ook veel vrienden van me vertrouwen mij toe dat ze bepaalde gewoontes hebben die ze afkeuren of die hun volle ontplooiing in de weg staan. En eerlijk is eerlijk: ik ben zelf ook niet geheel vrij van eerdergenoemde verleidingen. Gelukkig lukt het me wel om het leven te leiden dat ik wil leiden, maar er is altijd ruimte voor verbetering. Dat geldt voor mij en waarschijnlijk ook voor jou.

Daarom leek dit me een goed moment om een aantal effectieve manieren op een rij te zetten die mensen helpen om in het dagelijkse leven gezonde keuzes te maken.

NB: voor het gemak spreek ik je direct aan, maar deze blog kan natuurlijk ook gaan over iemand die je kent.

NB2: Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat het averechts werkt als je iemand ongevraagd advies geeft bij verslavings-achtige gewoontes. De methode Motiverende gespreksvoering leert professionals wat wel werkt. Tip: vraag toestemming voordat je advies geeft.

NB3: deze blog is niet bedoeld om professionele verslavingszorg te vervangen! Als jij of iemand die je kent met een ernstige verslaving kampt, zoek dan professionele hulp. Deze link is een goed begin: https://www.zorgkaartnederland.nl/verslavingszorg

Hier komen de tips:

1. Verhoog je dopamine-level met sport of muziek!

Veel alledaagse verslavingen zijn eigenlijk dopamine-verslavingen: het stofje dat vrijkomt in ons brein bij iets nieuws of iets interessants. Of het nu je telefoon is, spannend nieuws of een aantrekkelijke foto van iets of iemand: het stofje komt vrij in ons brein en we voelen ons al snel anders dan een moment daarvoor. Gelukkig zijn er ook gezondere manieren om je dopamine-level te verhogen, zoals muziek luisteren of bewegen. Voel je dus een craving (= dwingend verlangen) opkomen? Zet je favoriete muziek op en/of maak een wandeling!

2. Houd een Habit-tracker bij

Sinds enige tijd houd ik in mijn bullet-journal een aantal gewoontes bij met behulp van een ‘Habit-tracker’. Mijn versie werkt als volgt: ik heb een rij met gewoontes die ik wil verminderen en een rij met gewoontes die ik vaker wil doen. Elke dag begint met 5 punten, een halfvol glas als het ware. Voor elke slechte gewoonte waaraan ik toegeef gaat er een punt af en voor elke goede gewoonte die ik die dag uitvoer komt er een punt bij. Aan het eind van de dag besteed ik 1 minuut aan een terugblik op de dag. Zo krijgt elke dag een cijfer tussen 0 en 10. Op de een of andere manier helpt die ‘minuut van de waarheid’ me om ook overdag bewustere keuzes te maken.

3. Maak gebruik van ’embodied cognition’.

Hiermee wordt bedoeld dat je lichaam effect heeft op je voelen en denken. Als je bijvoorbeeld dreigt toe te geven aan een gewoonte waar je van af wilt, doe dan het volgende. Ga rustig zitten met je armen over elkaar en zeg hiermee fysiek ‘nee!’. Je zult merken dat je na enige tijd tot bezinning komt en vrij bent om je aan hogere doelen te wijden. Onderzoek laat zien dat mensen bij deze houding beter kunnen volharden. (Bron: Ik2 – Margriet Sitskoorn)

4. Houd HALT!

In verslavingskringen is HALT een bekend acroniem voor: Hungry, Angry, Lonely, Tired. Als ons lichaam iets nodig heeft laat het ons dat weten via signalen in ons brein. Als je een verslavende gewoonte hebt, dan bestaat de kans dat je triggers door elkaar haalt. De tip is dan ook om – als je een craving voelt opkomen – bij jezelf een korte HALT-check te doen. Heb je honger? Eet iets voedzaams! Ben je boos? Sport, schrijf of praat! Ben je eenzaam? Bel iemand! Ben je moe? Slaap of neem rust! (Bron: http://coherenceassociates.com/10-tips-for-managing-cravings-and-triggers-of-any-kind/)

5. Ken en vermijd je triggers!

Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Als jij weet dat bepaalde triggers leiden tot je verslavende gewoonte, vermijd dan die triggers. Het kan een omgeving zijn, een winkel, een persoon of een website. En als je eerlijk ben, dan wéét je dat van het een vaak het ander komt. Als de trigger eenmaal je brein heeft geactiveerd is de weg terug vaak lastig, omdat je in het bekende, maar ongezonde denkspoor bent beland. De trigger vermijden is gemakkelijker dan het middel!

6. Gebruik ‘Implementation-intention’

Dit houdt in dat je anticipeert op situaties waarin het mis zou kunnen gaan. Je schrijft bijvoorbeeld op: Als X gebeurt dan doe ik Y. X is dan de situatie, bijvoorbeeld ’iemand trakteert gebak, terwijl ik wil afvallen’ en Y is jouw reactie, bijvoorbeeld ‘dan bedank ik vriendelijk en geef een korte uitleg’. Onderzoek laat zien dat deze aanpak mensen helpt hun doelen te bereiken.

Bron: Peter M. Gollwitzer
http://www.psych.nyu.edu/gollwitzer/Implementation%20Intentions.pdf

7. Trigger je nieuwsgierigheid

De mens is van nature een nieuwsgierig wezen. Deze nieuwsgierigheid kun je in je voordeel aanwenden door in jezelf te zeggen: ‘Ik vraag me af wat er gebeurt als ik vandaag eens niet toegeef…’ En verwonder je over wat er daarna gebeurt…

8. Urge-surfing

Een stap verder is het zogenaamde Urge-surfing dat wordt toegepast in de 8-weekse MBRP, de Mindfulness-based Relapse Prevention. Dit is een mindfulness-training speciaal ontwikkeld voor mensen die met een verslaving kampen. Urge-surfing houdt in dat je – zodra je een craving voelt opkomen in je lichaam – je met mindvolle aandacht hierbij blijft. Met een onderzoekende blik kijk je een paar minuten naar je binnenwereld – zonder te handelen. Je zult dan merken dat de craving net een golf is: ze komt op, wordt sterker en neemt dan weer af.

9. Name it to tame it!

Benoem je gewoonte en begroet die als ze zich voor doet. Van de Boeddha is bekend dat hij – vlak voor zijn verlichting – bezocht werd door zeer verleidelijke wezens. De reactie van de Boeddha was als volgt: hij bleef rustig zitten en zei: ‘Ik zie je, Mara’. En vervolgens lieten de verleidsters hem met rust. (Mara is de boeddhistische equivalent van de duivel). Zo kun jij ook je verslaving benoemen zodra er een ongezonde verleiding op de loer ligt. Zeg gewoon: Ik zie je ‘GSM-, Gok-, Snoep-, of seks-verslaving!’ Dit lijkt misschien vergezocht, maar ook de evidenc-based methode ACT raad vergelijkbare strategieën aan.

10. Ontmantel de craving

Als je goed kijkt zul je merken dat een gevoel van craving bestaat uit niet meer dan woorden, plaatjes en energieën. Omdat deze met elkaar een kluwen vormen in je binnenwereld kunnen ze behoorlijk wat macht over je hebben. Maar wat als je deze kluwen ontwart? Je kunt de woorden terugbrengen tot woorden, de plaatjes tot plaatjes en de energieën tot energieën. Je zult merken dat op deze manier de kracht van je craving sterk vermindert!

11. Volg de gedachte tot haar einde

Soms gaat de craving niet zo gemakkelijk weg en blijven er maar gedachten komen die je aanzetten tot de gewoonte in kwestie. Wat dan kan helpen is ‘het hele filmpje afspelen’. Dit houd in dat je de gedachte volgt naar uitvoering, het schuldgevoel na afloop, de kater die je soms kunt hebben en de langere termijn gevolgen als je deze negatieve gewoonte blijft uitvoeren. Met een beetje geluk heb je tegen die tijd al geen zin meer… (Bron: http://coherenceassociates.com/10-tips-for-managing-cravings-and-triggers-of-any-kind/)

Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

 

Omdat ik zowel training geef in motiverende gespreksvoering, als in oplossingsgericht coachen krijg ik vaak de vraag wat nu precies de verschillen zijn tussen beide methoden. Beoefenaars van de ene ‘school’ weten vaak weinig van de andere. Ook kom ik veel vooroordelen tegen die de andere school geen recht doen. Laatst vroeg ik een Amerikaanse ‘goeroe’ op het gebied van Motiverende gespreksvoering tijdens een workshop wat hij vond van de Oplossingsgerichte benadering. Helaas bleek uit zijn antwoord dat hij de andere methode niet volledig op waarde wist te schatten. En ook andersom heb ik dat weleens meegemaakt.

Hoogste tijd dus voor een blog over deze twee fantastische methodes. Eerst zal ik stilstaan bij enkele overeenkomsten die ik denk te zien, vervolgens bij enkele verschillen en tenslotte zal ik hardop dromen over de wenselijkheid van integratie tussen beide methoden.

Voor het geval je je afvraagt of ik zelf een voorkeur heb: het is voor mij net als bij mijn twee kinderen. Ze zijn deels hetzelfde en deels verschillend. Ieder heeft zijn eigen charmes. Maar vraag me niet om te kiezen voor één van beide!

Voor het gemak gebruik ik vanaf nu de termen MI voor Motivational Interviewing en SF voor Solution Focus, al was het maar omdat die afkortingen ook doen denken aan ‘Mission Impossible’ en ‘Science Fiction’ (met dank aan een humoristische deelnemer).

Overeenkomsten tussen MI en SF

Beide methoden zijn ruim 30 jaar oud en dus inmiddels echt volwassen. Dat blijkt ook uit onderzoek: voor beide methoden bestaat het nodige bewijs dat ze effectief zijn bij het praten met mensen over verandering. En bij beide is vervolgonderzoek wenselijk en dat gebeurt ook.

Beide methoden zijn springlevend en ontwikkelen zich voortdurend verder op basis van onderzoek, praktijkervaringen, kennis-deling op het werk, in literatuur en op congressen. Bij beide methoden zie je vaak dat beoefenaars er een beetje verliefd op worden, onder andere omdat er zo’n mooi mensbeeld onder ligt. Dat mensbeeld komt grotendeels overeen met dat van de humanistische en tegenwoordig positieve psychologie: ieder mens beschikt over kracht en wijsheid en is – onder de juiste omstandigheden – geneigd om zichzelf te ontwikkelen in de richting van een gezond, liefdevol en betekenisvol leven.

Beide methoden zijn in een specifieke, Amerikaanse context ontstaan (hierover meer bij de verschillen) en hebben zich sindsdien als een olievlek over de wereld én over diverse contexten verspreid. Beide zijn sterk in opkomst in het onderwijs – waar steeds meer op een coachende manier wordt lesgegeven.

Beide methoden staan erom bekend dat ze ‘prettig zijn in het gebruik’. Dat wil zeggen dat het toepassen ervan de coach of hulpverlener veel voldoening geeft. Ook de cliënten die het ‘ondergaan’ zijn vaak aangenaam verrast in de zin dat zij als mens voor vol worden aangezien en in zichzelf hernieuwde levenslust, energie, inspiratie, kracht, creativiteit en wijsheid vinden. Tsja, wie wil dat niet?

Beide methoden zijn toekomstgericht en kennen een heldere focus: waar werken we naar toe? Wat is de gewenste verandering? Er wordt in principe niet ‘gegraven in het verleden’ vanuit de vraag: waar is het misgegaan? Het verleden wordt vooral gezien als een rijke bron van leerervaringen over wat wel en niet werkt in het leven van je cliënt. De vraag is niet: wat ontbreekt er? Er wordt gekeken naar: wat is er al? Hierdoor duren de trajecten relatief kort, doorgaans variërend van 1 tot 8 gesprekken, zelden langer. Beide hebben zelfs hun waarde bewezen in hele korte gesprekjes (5 – 10 minuten).

Door de actieve luisterhouding, de waarderende, niet-oordelende blik, het serieus nemen van de ander, het zoeken van samenwerking en het ondersteunen van de autonomie ontstaat er een bijzondere, warme sfeer in gesprekken. Ook kiezen beide methodes voor een houding van niet-weten in plaats van die van een expert. Hierdoor zie je vaak dat eventuele ‘weerstand’ van de cliënt al snel afneemt en omslaat in een bereidheid tot samenwerking en zelfonderzoek.

Beide methoden zijn ‘simple but not easy’. Dit komt onder andere doordat veel mensen oude en ineffectieve reflexen bij zichzelf moeten gaan herkennen en stap voor stap vervangen door andere, effectievere reflexen. Ja, tijdens een driedaagse training kun je prima de basis aanleren en daarna zullen je gesprekken waarschijnlijk een andere kwaliteit en dynamiek krijgen. Uitgeleerd zul je echter niet snel zijn. Ik houd me met beide methoden langer dan 10 jaar bezig en leer nog dagelijks bij.

Tenslotte kenmerken beide ‘conversatiestijlen’ zich door de nadruk op het ontlokken van specifieke taal. En dat is meteen een mooie brug naar de verschillen.

Verschillen tussen MI en SF

In het geval van MI ben je als beoefenaar op zoek naar ‘change-talk’ oftewel verandertaal. Hiermee wordt bedoeld: alles wat de cliënt zegt dat vóór verandering pleit of tegen de huidige status quo. Een belangrijk deel van de verandertaal gaat over ‘het waarom’ van verandering. In het geval van SF ben je op zoek naar ‘solution-talk’ oftewel oplossingstaal. Dit zijn uitingen van de cliënt die gaan over: mogelijkheden, oplossingen, successen uit het verleden, kleine stapjes in de goede richting. Een belangrijk deel van de oplossingstaal gaat over ‘het hoe’ van verandering.

Zoals gezegd zijn beide methoden ontstaan in een heel verschillende context. Dit is interessant omdat dat volgens mij iets zegt over ‘het ideale toepassingsgebied’. Ik geloof namelijk in ‘de juiste tool voor de juiste klus’. Een hamer is bedoeld om een spijker in hout te slaan. Kun je ook een schroef in hout slaan? Natuurlijk kan dat, maar met een schroevendraaier gaat het een stuk makkelijker en effectiever.

SF is ontstaan in een achterstandswijk in Milwaukee in het werken met multi-problem-gezinnen. Je kunt je vast voorstellen dat het zoeken naar de oorzaak van problemen daar weinig zinvol was. De problemen en oorzaken waren simpelweg te talrijk en te complex. Vragen naar de oorzaak leidde slechts tot het beschuldigen van elkander: ‘Waarom wij zo veel problemen hebben? Dat komt doordat papa drinkt, omdat mama zeurt, omdat de kinderen lastig zijn, omdat papa te weinig geld verdient…’ Niet erg effectief dus. De grondleggers van SF, Insoo Kim Berg en Steve de Shazer, ontdekten dat een gezin het veel sneller eens werd als er van begin af aan werd gesproken over positieve doelen, wat er al werkt, creatieve oplossingen en kleine stapjes in de goede richting. Als je mij nu vraagt waar SF het best op haar plaats is, dan denk ik: bij complexe systemen, zoals gezinnen, teams, scholen, organisaties.

MI is ontstaan in de behandeling van alcoholverslaafden en ontwikkeld door Bill Miller en Steve Rollnick. Omdat dat effectief bleek, verspreidde het zich naar andere vormen van verslaving, zoals soft- en harddrugs, gokverslaving, etc. Vandaar was het een kleine stap naar het bevorderen van een gezonde leefstijl en naar zaken als behandeltrouw (medicijn-inname, meewerken aan een therapie, etc.). En inmiddels wordt MGV met succes ingezet op zo’n beetje alle gebieden waar motivatie en gedragsverandering een rol speelt, met name wanneer dat gedrag ongezond, risicovol, ineffectief, onproductief of ronduit gevaarlijk is.

Als je me dus vraagt waar MI op haar best is, dan denk ik aan: ‘gewoontegedrag waar men ambivalent over is’. Want of het nu gaat over het gebruiken van drugs, ongezond eten of het niet opzetten van je helm op een bouwplaats: al deze gedragingen leveren op korte termijn een zeker plezier of gemak op, terwijl je er op de lange termijn een prijs voor betaalt. Zie daar het grote dilemma van de mens: kies ik voor ‘snel geluk’ of voor ‘duurzaam geluk’. MI is als geen andere methode toegerust om mensen te helpen een bewuste keuze te maken in dit ‘duivelse dilemma’.

Een interessant verschil tenslotte is hoe beide modellen omgaan met ‘confrontatie’. Je kunt je vast voorstellen dat bij verslaving (en ander gewoontegedrag) er iets stevigs nodig is om dit te veranderen. MI hanteert hiervoor het zogenaamde ‘discrepantie vergroten’. Dit is in feite een vorm van zelfconfrontatie en werkt al volgt. Doordat de cliënt meer contact krijgt met dieper gelegen doelen en waarden wordt hij zich bewust van het pijnlijke contrast tussen ‘wat ik zou willen doen’ en ‘wat ik feitelijk doe’. Hierdoor ontstaat vaak een diep verlangen naar verandering. Als vervolgens het vertrouwen toeneemt en de gewenste verandering steeds meer als haalbaar wordt gezien, dan zie je dat mensen langzaam maar zeker stappen gaan zetten richting verandering.

Bij SF confronteert men simpelweg niet, vanuit de overtuiging dat confrontatie meer hoort bij een traditionele, probleemgerichte aanpak en vaak meer kwaad doet dan goed. Een SF-beoefenaar werkt allereerst aan een co-creatie relatie, gaat vervolgens op zoek naar een ‘stip aan de horizon’ en kijkt vervolgens met ‘een roze microscoop’ heel gedetailleerd naar alle hoopgevende signalen uit het verleden en de nabije toekomst: wat werkt er al en wat zou er kunnen werken. De oplossingen komen daarbij niet van de coachende professional, maar van de cliënt zelf. Tegenwoordig wordt oplossingsgerichte gespreksvoering (met als aanvoerder Coert Visser) ook wel ‘progressiegericht’ genoemd en inderdaad dekt dat beter de lading.

Als ik nu het verschil tussen MI en SF tot één woord zou moeten reduceren dan denk ik dat MI meer gaat over ‘willen’ en SF meer over ‘kunnen’. En wat komt er nu eerst: willen of kunnen? Natuurlijk moet je eerst willen, voordat je je gaat inspannen om iets te kunnen. Aan de andere kant moet je geloven dat je iets kunt, voordat je het durft te willen. Mijn overtuiging is dat beide aspecten noodzakelijk zijn en dat je nooit te lang in één van beide gebieden moet blijven hangen. Ook kun je per cliënt bekijken waar het meest behoefte aan is: aan motivatie of aan vertrouwen in eigen kunnen (zelf-effectiviteit). In het eerste geval zou ik zeggen: werk aan willen; in het tweede geval: werk aan kunnen.

Wat kunnen beide methoden van elkaar leren?

Ik ken geen methode waarbij de gespreksvaardigheden zo tot op micro-niveau zijn uitgewerkt én onderzocht als MI. Met name de vaardigheid van het ‘reflectief luisteren’ is bijzonder waardevol en voor veel mensen bepaald niet gemakkelijk om te leren. De ontvanger van deze manier van luisteren voelt zich vaak op diep niveau begrepen. In dit blog lees je meer over deze actieve, empathische en aandachtige manier van luisteren. Oplossingsgericht werkenden stellen vaak prachtige, out-of-the-box vragen die de cliënt in contact brengen met diens eigen kracht, creativiteit en wijsheid. Echter in het zoeken naar de ultieme vraag zou zo iemand wel eens door kunnen schieten en vergeten om echt met aandacht en empathie te luisteren.

Andersom zijn MI-beoefenaars er een kei in om het verlangen naar verandering aan te wakkeren. Als dit echter niet gepaard gaat met toegenomen vertrouwen dan is wat je aan het doen bent in feite ‘wreed’, zo zeggen ook grondleggers Miller en Rollnick zelf. Nu besteed ook MI wel aandacht aan het vergroten van vertrouwen in eigen kunnen, maar hierin zijn SF-beoefenaars werkelijk virtuoos, onder andere omdat zij zo heel gedetailleerd doorvragen naar alle kleine, hoopgevende signalen uit het verleden en de nabije toekomst en hierbij niet snel zullen opgeven. Hier lees je meer over oplossingsgericht werken en denken.

Kortom: neem eens een kijkje in de keuken van de ander, zodat je nog beter wordt in datgene waar het uiteindelijk om gaat: effectieve gesprekken voeren over verandering met mensen die lijden. In mijn eigen trainingen en coachgesprekken merk ik dat beide methoden steeds meer door elkaar gaan lopen. Soms ook krijg ik opdrachten zoals in het onderwijs of de arbeidsre-integratie waarbij ik een goed doordachte combinatie van beide methoden aanbied. Ook spreek ik steeds vaker andere trainers die eenzelfde keuze maken.

Toekomst-muziek: motiverende oplossingsgerichte gespreksvoering!

Eerlijk gezegd hoop ik dat de scheidslijn tussen MI en SF ooit vervalt en men steeds meer gaat samenwerken en leren van elkaar met als ultiem doel: nóg effectiever worden in het faciliteren van blijvende verandering in mensenlevens, in gezinnen, op scholen, in organisaties en – je mag zeggen dat ik een dromer ben, maar ik ben niet de enige – misschien wel op mondiaal niveau.

Hoe kunnen we dat doen?

Door te onderzoeken wat onze diepste doelen en waarden zijn en hoe die contrasteren met ons huidige gedrag. En door het verlangen dat dan hopelijk ontstaat te gebruiken om te zoeken naar mogelijkheden, oplossingen en kleine stappen in de goede richting. En laten we daarbij niet vergeten stil te staan bij wat er al is en wat er al werkt, want er is niets motiverender dan het besef van ‘reeds bereikte progressie’.

Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).